Wat is de betekenis van volwaardig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

volwaardig

volwaardig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet minder kwaliteiten hebben dan soortgelijke mensen of zaken Het minimumjeugdloon vanaf 21 jaar wordt in twee stappen afgeschaft, omdat jongeren ook een volwaardig loon verdienen. Werkgevers krijgen hiervoor compensatie om negatieve effecten voor de werkgelegenheid t...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

volwaardig

volwaardig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vol-waar-dig 1. wat de vereiste waarde heeft ♢ een pizza is geen volwaardige maaltijd Bijvoeglijk naamwoord: vol-waar-dig de/het volwaardige ... ...

2024-04-25
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Volwaardig

Van Dale beschouwt volwaardig (voedsel, arbeidskrachten) als een germanisme (D. ‘vollwertig’) voor ‘de volle waarde hebbend’. Tot aan het begin van de jaren ’70 deelde Koenen die opvatting; nu vermeldt hij nog maar de Duitse afkomst van het woord. Ook al de andere woordenboeken aanvaarden het als goed Nederlands. Ondan...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volwaardig

bn., (germ.) de volle waarde hebbend, dezelfde waarde hebbend als iets dat of iem. die ..vol” is : volwaardig voedsel; volwaardige arbeidskrachten.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volwaardig

(vol'ua:rdәch) bn. en bw. de volle waarde, bruikbaarheid hebbend: voedsel; een-e taal.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Volwaardig

[germ.], bn., de volle waarde hebbend: volwaardig voedsel; volwaardige arbeidskrachten.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)