Wat is de betekenis van voltrekking?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voltrekking

voltrekking - zelfstandig naamwoord uitspraak: vol-trek-king 1. het laten gebeuren of uitvoeren ♢ de voltrekking van het huwelijk vond plaats in de trouwzaal Zelfstandig naamwoord: vol-trek-king de voltrekking

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voltrekking

s., útfiering.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voltrekking

v. (-en), het voltrekken of voltrokken worden.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voltrekking

v. voltrekkingen: de voltrekking van een huwelijk, een vonnis.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voltrekking

v. (-en), het voltrekken of voltrokken worden, tenuitvoerlegging.