Wat is de betekenis van volstrekt?

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

volstrekt

volstrekt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vol-strekt 1. geheel en al, ten volle ♢ dat is volstrekt duidelijk Bijvoeglijk naamwoord: vol-strekt de/het volstrekte ... Synoniemen absoluut, finaal, volk...

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Volstrekt

adj. & adv., abslút; — niet, út noch yn net, om ’t effen net, utersté net, net heal. voltallig adj., foltallich.

2024-03-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volstrekt

bn. bw. (-st), 1. onbeperkt, onbepaald: de volstrekte macht bezitten ; 2. absoluut, het tegengestelde van betrekkelijk : de volstrekte hoogte ; (rekenk.) de volstrekte, waarde van een cijfer, waarde die het op zichzelf beschouwd heeft ; — de volstrekte meerderheid, die groter is dan de helft van het aantal stemmen...