volstrekt
volstrekt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vol-strekt 1. geheel en al, ten volle ♢ dat is volstrekt duidelijk Bijvoeglijk naamwoord: vol-strekt de/het volstrekte ... Synoniemen absoluut, finaal, volk...
Muiswerk Educatief (2017)
volstrekt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vol-strekt 1. geheel en al, ten volle ♢ dat is volstrekt duidelijk Bijvoeglijk naamwoord: vol-strekt de/het volstrekte ... Synoniemen absoluut, finaal, volk...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., abslút; — niet, út noch yn net, om ’t effen net, utersté net, net heal. voltallig adj., foltallich.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-st), 1. onbeperkt, onbepaald: de volstrekte macht bezitten ; 2. absoluut, het tegengestelde van betrekkelijk : de volstrekte hoogte ; (rekenk.) de volstrekte, waarde van een cijfer, waarde die het op zichzelf beschouwd heeft ; — de volstrekte meerderheid, die groter is dan de helft van het aantal stemmen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: