volley
(zelfstandig naamwoord) volleerbal, directe
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
volley - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) het terugslaan van een bal voor hij de grond geraakt heeft volley - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volleyen ♢ Ik volley 2. gebiedende wijs van volleyen ♢ volley! 3. (bij invers...
Muiswerk Educatief (2017)
volley - zelfstandig naamwoord uitspraak: vol-lie 1. spel waarbij groepen spelers proberen een bal aan de andere kant van het net op de grond te laten komen ♢ we spelen volley tegenwoordig 2. het terugspelen van een bal voordat...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. salvo; fig hagelbui, regen, stroom [v. scheldwoorden]; terugslag van bal, die nog niet op de grond is geweest; II. in salvo's afschieten, lossen; fig uitbraken; terugslaan [bal, die nog niet op de grond is geweest]; III. 1. salvovuur afgeven; 2. losbarsten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Eng.) v. (-’s), het terugslaan van een bal voor hij de grond geraakt heeft (in het tennisspel).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: