Wat is de betekenis van VOLLEERD?

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

volleerd

uitgeleerd; deurtrap.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Volleerd

adj., troch-, útleard.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volleerd

bn., op zeker gebied of voor zeker doel alles geleerd hebbende: een volleerd bankwerker; volleerd in de middeleeuwse geschiedenis ; de Kunst ten halve slechts aan Meesters af te zien, en voor volleerd zich in hun rij te zetten, loopt op beschaming uit (Storing); hij is volleerd in het kwaad, daarin doorkneed; een volleerde schurk, doortrapt.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

volleerd

bn. (alles geleerd hebbende, wat te leren valt): vroeger waren kinderen op hun twaalfde jaar volleerd; z. uitgeleerd; een volleerd toneelspeler; ook: een volleerd bedrieger, sluw, doortrapt.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volleerd

(vol'le:rt) bn. en bw. 1. uitgeleerd: vroeger waren kinderen op hun twaalfde jaar -. 2. doorkneed: in het kwaad. 3. doortrapt: een -e schurk.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Volleerd

bn., op een gebied of voor een doel alles geleerd hebbend; een volleerd bankwerker.

2024-04-23
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOLLEERD

VOLLEERD - bn. uitgeleerd : volleerd in de Nederlandsche taal; hij is volleerd in het kwaad, daarin doorkneed ; een volleerde schurk.

Gerelateerde zoekopdrachten