Wat is de betekenis van volgeling?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

volgeling

volgeling - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die een -vaak godsdienstig- leider volgt Hij was een volgeling van Sai Baba. Woordherkomst Afgeleid van volgen met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

volgeling

volgeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: vol-ge-ling 1. wie de ideeën van een bepaalde persoon of organisatie aanhangt ♢ de apostelen waren volgelingen van Jezus Zelfstandig naamwoord: vol-ge-ling de volgeling...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

volgeling

aanhanger, leerling.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Volgeling

s., folger, folgeling.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volgeling

m. en v. (-en), hij die iemand volgt, bep. die zijn leiding volgt, discipel, aanhanger, leerling: de veldheer met zijn volgelingen : de volgelingen van Darwin, van Kant. VOLGELINGE, v. (-n).

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

volgeling

m. en v. volgelingen (aanhanger, leerling); voor het vr. ook volgelinge.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volgeling

('volgəling) m. (–en) leerling die de denkbeelden van zijn meester volgt. Syn. →: aanhangeling.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Volgeling

m. (-en), discipel, aanhanger, leerling: de eerste volgelingen van Christus.