Wat is de betekenis van Voertuig?

2023-05-29
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

voertuig

Het begrip voertuig heeft 3 verschillende betekenissen: 1) vervoermiddel op wielen. vervoermiddel op wielen voor transport van personen en/of goederen. 2) vervoermiddel in het algemeen. middel om personen of goederen te vervoeren in het algemeen; vervoermiddel in het algemeen. 3) middel dat iets onstoffelijks overdraagt. midd...

Lees verder

Direct toegang tot alle 11 resultaten over Voertuig?

Word nu vriend van Ensie
2023-05-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voertuig

voertuig - Zelfstandignaamwoord 1. (verkeer) vervoermiddel met wielen of glijvlakken voor het vervoer over land van personen en goederen Heden ten dage is de auto het meest gebruikte voertuig. Woordherkomst samenstelling van voer(werkwoord) en tuig , een tuig om te voeren dus. ...

Lees verder
2023-05-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voertuig

voertuig - zelfstandig naamwoord uitspraak: voer-tuig 1. toestel dat personen of goederen vervoert ♢ een auto is een voertuig Zelfstandig naamwoord: voer-tuig het voertuig de voertuigen...

Lees verder
2023-05-29
Begrippenlijst Prorail

Prorail (2016)

Voertuig

Een voertuig is een vervoermiddel met wielen of glijvlakken voor het vervoer over land van personen en goederen.

2023-05-29
Spoortermen begrippenlijst

Joos Lambrechtsen (2016)

Voertuig

Een voortuig is elk gestel op wielen, al dan niet geleed, ingericht om, anders dan op handkracht, op spoorstaven te rijden.

2023-05-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voertuig

s.n., reau (it).

2023-05-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voertuig

o. voertuigen (wagen, kar, rijtuig enz.).

2023-05-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voertuig

o. (-en) 1. Eig. middel om iets te vervoeren : een wagen, een kar zijn -en. 2. Metf. middel tot mededeling, verspreiding : de taal is het der gedachten.

Lees verder
2023-05-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voertuig

o. (-en), een gestel op wielen of glijvlakken dat, getrokken of geduwd, dient voor het voeren van goederen of personen van de ene plaats naar de andere; vervoermiddel; (fig.) middel tot overbrenging van iets: de taal is het voertuig van de gedachten.

2023-05-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOERTUIG

VOERTUIG - o. (-en), rijtuig, wagen (fig.) de taal is het voertuig der gedachten; ...WEZEN, o. alles wat tot het bestuur en de inrichting van het openbaar vervoer behoort; inspecteur van het voerwezen, een politie-ambtenaar in eene stad met het toezicht over de stationneerende rijtuigen belast; ...WIEL, o. (-en), drijfwiel, gangwiel aan eene machi...

Lees verder
2023-05-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Voertuig

Voertuig, o. (-en), rijtuig, wagen. *...WEZEN, o. gmv. alles wat tot het bestuur en de inrigting van het openbare vervoer behoort.

Lees verder