Wat is de betekenis van Voeren, bekleden?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voeren, bekleden

(voerde, heeft gevoerd), van binnen bekleden, verdubbelen met een andere stof (voering: als afwerking of voor isolatie enz.: een jas met bont voeren ; een japon met gaas voeten ; gevoerde handschoenen : (behangerst.) het linnen met grondpapier beplakken : die kamer moet eerst gevoerd worden; — een koperen ketel...