Wat is de betekenis van voer?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

voer

Het begrip voer heeft 4 verschillende betekenissen: 1) eten voor dieren. voedsel voor dieren dat door mensen wordt voorzien; eten dat is bestemd voor dieren; eten voor dieren; in het bijzonder: eten dat is bestemd voor vee of huisdieren; voeder. 2) eten voor vissen. voedsel voor vissen dat door mensen wordt voorzien; eten dat is best...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

voer

(17e eeuw) (inf.) eten (voor mensen). Reeds opgetekend in het werk van C. Huygens. • Sterke kerels waren het, door grof voer van een eigenwijs-dorperlijk, taai-krachtig uitzicht. (H. Hartog: Sjofelen. 1896-1904) • (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Voer

Voer - Eigennaam 1. (toponiem: rivier) rivier in Limburg De Voer stroomt grotendeels door België, maar mondt in Nederland bij Eijsden uit in de Maas. 2. (toponiem: rivier) zijrivier van de Dijle in Vlaams-Brabant De Voer ontspringt bij Tervuren, welke naa...

2024-04-25
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Voer

Voer - studenteneten.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voer

voer - zelfstandig naamwoord 1. voedsel voor dieren ♢ wat voor voer krijgt een konijn? 1. voer voor psychologen [stof tot nadenken voor psychologen] 2. stof voor beschouwinge...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

voer

Gedrag(ing), manier van doen, handelwijze; ook: optreden; - in pregn. zin: slecht of kwaadaardig gedrag, streek. De takken en de blaren, de stammen zijn, die menigwendig waren, nu eens, in schijn. Van verwen en van voeren al eensgedaan, en reppen noch en roeren ze ’n lid, voortaan, GEZELLE 2, 545 (1896). Ze loechen (= lachten) ... nog...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

voer

voedsel vir diere; gevoer, voed; voorsien van voering; lei, bestuur; dra; maak (oorlog).

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voer

s.n.; (wagenvracht), foer (it), reed; eenhooi, graan, in weide hea, nôt; (voedsel), foer (it), fretten (it).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)