Wat is de betekenis van VOEDEN?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voeden

voeden - Werkwoord 1. (ov) van voedsel voorzien 2. (techniek) (ov) een systeem voorzien van invoer zodat werking mogelijk wordt 3. (figuurlijk) (ov) aanzetten, aansporen Synoniemen [1] voeren Verwante begrippen aanvoeren, importeren, invoeren

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voeden

voeden - regelmatig werkwoord uitspraak: voe-den 1. voedsel geven ♢ is de baby al gevoed? 1. dat voedt goed [je wordt er gauw vol van] Regelmatig werkwoord: voe-den ...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voeden

v., fiede, f i e d d e, f i e d e n (f e t); fuorje.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voeden

voedde, h. gevoed (voedsel geven; veel voedende bestanddelen hebben): een kind voeden; fig. hoop, liefde, haat, wraak voeden, koesteren; dat brood voedt; refl. zich voeden met.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voeden

('voedən) (voedde, heeft gevoed) I. Eig. iets geven, toedienen dat het leven onderhoudt : de kippen —; de vogels zich met insekten, met zaden; de arme -. II. Metn. bestanddelen bevatten die het onderhoud van het leven bevorderen : -de spijzen. III. Metf. [van I] 1. iets toevoeren dat in stand houdt, onderhoudt: kanalen, pompen, stoo...

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voeden

(voedde, heeft gevoed), 1. voedsel geven aan; die vogels voeden zich met insekten, leven ervan; 2. (m.n.) zogen; 3. voorzien van wat voor een bepaalde werking nodig is: water toevoeren, elektrische stroom toevoeren, informatie toevoeren; 4. voedsel geven aan: haat -. 5. waarde, kracht hebben als voedsel: rijst voedt meer dan aardappels.

2024-04-18
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOEDEN

VOEDEN - (voedde, heeft gevoed), voedsel geven aan, (in alle bet.) onderhouden ; de dieren voeden, hun eten geven ; die vogels voeden zich met insecten, met zaden ; — den stoomketel voeden, van voldoende water voorzien ; — de pomp voeden, aan den gang houden ; een blinden haat voeden, daaraan voedsel geven, dien aanwakkeren; hoop voede...