Wat is de betekenis van Vocht?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vocht

vocht - Zelfstandignaamwoord 1. water dat iets doordrenkt of als damp aanwezig is De muur zat vol met vocht en schimmels. vocht - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van vechten ♢Ik vocht ♢Jij vocht ...

2024-04-24
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Vocht

Vocht komt in verschillende uitdrukkingen voor in de betekenis 'brandewijn' of 'jenever'. De oudste en inmiddels meest afgesleten benaming is het edel(e) vocht. Aanvankelijk werd deze uitdrukking, die in de eerste helft van de 17de eeuw voor het eerst is aangetroffen, vooral gebruikt voor 'wijn', later ook voor 'brandewijn' en 'jenever'. Volgens ee...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vocht

vocht - zelfstandig naamwoord 1. vloeibare stof ♢ een mens heeft veel vocht in zijn lichaam Zelfstandig naamwoord: vocht het vocht Synoniemen nat, vloeistof

2024-04-24
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Vocht

In de meteorologie: het totaal van de hoeveelheid waterdamp en waterdruppels, in vaste en vloeibare vorm, die in de lucht aanwezig is. Zie ook: absolute vochtigheid Zie ook: maximale vochtigheid Zie ook: relatieve vochtigheid Zie ook: vochtigheid

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

vocht

vocht - Gecondenseerd of gediffundeerd water.

2024-04-24
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

vocht

vocht - liefdessap. Ze schoof van hem weg, met een kut nat van hem en van het kalmerende vocht dat in haarzelf was gaan vloeien, L. 32 [1967]. Vandaar: vochtig worden, nat worden van liefdessap (van de vagina). Zie een aanh. onder warm.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vocht

s.n., fochte, wiette(ns), wietigens, wiettichheit, wetter (it); — opgeven (van de bodem, bij het lopen), souskje, sodskje; — dat van gekookte aardappelen wordt afgegoten, ierappeldreachsel (it).

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vocht

o. vochten (1 vloeibare stof; 2 vochtigheid): 1. de vochten in het menselijk lichaam; een wit vocht; 2. de muur, groen beschimmeld door vocht.