Wat is de betekenis van vloertegel?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vloertegel

vloertegel - Zelfstandignaamwoord 1. een tegel van keramiek, natuursteen, kunststof etc. om een vloer mee te bedekken Hij liet de vloertegels van schrik uit zijn hand vallen. Woordherkomst samenstelling van vloer en tegel Synoniemen plavuis

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vloertegel

vloertegel - zelfstandig naamwoord uitspraak: vloer-te-gel 1. plat stuk steen of ander materiaal voor de vloer ♢ deze vloertegels worden in een patroon gelegd Zelfstandig naamwoord: vloer-te-gel de vloertegel...

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vloertegel

m. (-s), platte steen voor bevloering of van het vloerwerk.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vloertegel

m. vloertegels (tegel, dienende tot het leggen van vloeren): figurerende vloertegels, die samen b.v. een ster vormen.

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Vloertegel

→ Vloer; Plavuizen.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vloertegel

m. (-s) een der tegels van een vloer : -s die b. v. een ster vormen heten figurerende -s.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vloertegel

m. (-s), platte steen voor bevloering of van het vloerwerk; thans ook van rubber of kunststof vervaardigd.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)