Wat is de betekenis van Vloeren?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vloeren

(1966) (Vlaanderen, sp.) (iemand) overwinnen, verslaan. • Hij hoopte dat de Rooie zou gevloerd worden. ... hij won geregeld op zijn eentje wedstrijden tegen de sterkere tegenstanders, op de oefenstonden mocht je zoveel strafschoten op hem lossen als je wou, je kreeg geen bal langs hem heen. (Nieuw Vlaams tijdschrift. 1966) • (Walter de C...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vloeren

vloeren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vloer

2024-04-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

vloeren

Vloeren zijn een vlakke grondbedekking van steen (marmer, baksteen, tegels, mozaïek) of hout (planken of parket op een balklaag). Primitieve woningen, schuren e.d. hebben een vloer van gestampte aarde.

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vloeren

(bn.) fluwelen. Als tiener koesterde ik het romantische idee om met een zwarte pull met rolkraag, een vloeren broek en een pijp op een zolderkamertje boeken te schrijven. - DM, 11-12-1998.

2024-04-25
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Vloeren

Het vlakhakken van de onderkanten van pelstenen.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vloeren

Inz. in de sportt.: (iem.) overwinnen, verslaan; - in meer alg. gebr. ook: (iem.) ten onder brengen, fnuiken; foppen. Boom speelt heel slecht de laatste tijd; ze zullen wel weeral gevloerd worden, Gehoord te Boom maart 1979. Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: (iem.) neerslaan, op de grond werpen.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vloeren

v., fluorje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vloeren

bn., (Zuidn.) fluwelen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vloeren

vloerde, h. gevloerd (een vloer maken in inz. door beleggen met planken of stenen; worstelen: den tegenstander onder zich op de grond krijgen inz. met beide schouders de grond doen raken): een gang vloeren, een stoep vloeren; met hout vloeren; zie bevloeren.