Wat is de betekenis van vloeiend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vloeiend

vloeiend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvloeien

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vloeiend

vloeiend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vloei-end 1. steeds hetzelfde, zonder uitschieters ♢ hij tekent vloeiende lijnen 2. gemakkelijk en ongedwongen, zonder haperingen ♢ Ritsert spreekt vl...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vloeiend

gesmelt; vlot.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vloeiend

adj. & adv.; (van taal, melodie) sjongsum; — spreken, flot prate.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vloeiend

bn. bw. (-er, -st), 1. zich als een vloeistof of vloed bewegend ; 2. (oneig.) gelijkmatig, zonder horten voortgaand: een vloeiende lijn, zonder knikken er in; vloeiende contouren; — (taalk.) vloeiende, letters, liquidae, nl. I en r; — met gemakkelijke en ongedwongen voortgang, zonder hapering: hij...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vloeiend

bn., bw. (gemakkelijk, ongedwongen): vloeiende taal; vloeiend spreken, niet haperend; vloeiende verzen, welluidend.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vloeiend

(’vloeiənt) bn. en bw. (-er, -st) 1. wie, wat vloeit. 2. gemakkelijk, ongedwongen : -e stijl; spreken. 3. Taalk. met andere letters kunnende samenvloeien, samensmelten : l, m, n, r zijn -e letters.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vloeiend

bn. en bw. (-er, -st), 1. niet haperend: een vloeiende lijn, zonder knikken erin; (van taaluitingen) gemakkelijk, ongedwongen: hij spreekt het Engels vloeiend; 2. onvast: de grenzen zijn vloeiend.