Wat is de betekenis van vlijtig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vlijtig

vlijtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. blijk gevend van vlijt De vlijtige jongen haalde zijn examen. Woordherkomst Afgeleid van vlijt met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen vlijt

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vlijtig

vlijtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vlij-tig 1. wie aandachtig en ingespannen ergens aan werkt ♢ vlijtig maakte hij zijn huiswerk 1. een vlijtig liesje [kamerplant, maar ook: meisje dat erg...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vlijtig

adj. & adv., flitich, warber; — en spaarzaam, dipper; — zijn bij het werk, jin der by jaen

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vlijtig

bn. bw. (-er, -st), 1. voortdurend ijverig, werkzaam, naarstig; 2. (gew.) welig ; — vlijtig Liesje, ben. voor de waterbalsemien ; 3. (meton.) blijk gevend van vlijt, met vlijt verricht: vlijtige arbeid.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vlijtig

bn., bw. (ijverig, arbeidzaam).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vlijtig

(’vlijtəch) bn. en bw. (-er, -st) vlijt tonend, met vlijt. Syn. →: arbeidzaam.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vlijtig

bn. en bw. (-er, -st), voortdurend werkzaam, naarstig, ijverig: een vlijtige leerling.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)