Wat is de betekenis van vliegende kiep?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vliegende kiep

1) (1955) (ook: vliegende keep) (straatvoetb.) veldspeler die tegelijk keeper (doelwachter) is. • Laconiek zette toen de Amsterdammer, zijn doel achterstevoren en fungeerde verder als "vliegende keep". (het Vrije Volk, 20/01/1955) • Hij de spectaculaire doelman van het sterke legerelftal C.D.N.A., ... alom geacht en gevreesd om het verre...