vliegend
vliegend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvliegen
Muiswerk Educatief (2017)
vliegend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vlie-gend 1. met het vermogen om te vliegen ♢ dit is het verhaal over Pegasus, het vliegende paard 2. wie zich snel kunnen verplaatsen ♢ de vliegende...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. zich door vleugels voortbewegend: het vliegende paard, Pegasus; vliegend hert, grootste inlandse keversoort (Lucanus cervus), zonder de reusachtige vooruitstekende kaken 5 cm lang; — vliegende hond, kalong; — vliegende vissen, familie van weekvinnige vissen die onder de keerkringen voorkomen en...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (onvolt. deelw.): met vliegende vaandels, wapperend; een vliegend legertje, dat zich nl. snel verplaatst; vliegende blaadjes, vlugschriften; vliegende vissen (in de keerkringszeeën), die boven het water op hun brede borstvinnen zich enige tijd kunnen zwevende houden, Lat. exocoetus; de vliegende tering, met snel verloop; een vliegende...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: