Wat is de betekenis van Vleugelen?

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vleugelen

vleugelde, h. gevleugeld (fig. de armen binden); wat vogel brengt ge dus gekneveld en gevleugeld? vero.

2024-04-19
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Vleugelen

binden, eig. de vleugels binden, dus van vogels, dan overdrachtelijk. Daghregister v. Batavia 1,282: „Alwaer de voorseyde caffers my vleugelden en bonden” (1626); Vondel 3,358: „Wat nogal brengtghe dus geknevelt en gevleugeltP” ; 8, 307: „De handen op den rugh, en arm aen arm gevleugelt.”