Wat is de betekenis van vleeshuis?

2025-05-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

vleeshuis

(16e eeuw, vero.) achterste; lichaam of lichaamsdelen (buik, vagina); ook als omschrijving van de coïtus. • Dat dat vleeschuys vonden meyskens op ghinc. (Jan van Stijevoorts refereinenbundel. vóór 1524) • Maer als ick aen een van beyen most soenen sat, So waer ick liever int Vleys huys, als int kniels vat. (Roemer Vi...

2025-05-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vleeshuis

vleeshuis - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) een gebouw waarin overdekt handel gedreven wordt in vlees Het vleeshuis van Antwerpen dateert van 1250. Woordherkomst samenstelling van vlees en huis