Wat is de betekenis van vlecht?

2025-04-26
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vlecht

v. (-en), 1. wat gevlochten is, bep. tot een streng gevlochten hoofdhaar: een vlecht breien, opsteken, losmaken', 2. trens, mat; 3. (ontl.) bloedvat of zenuw die zich als vlechtwerk uitbreidt. VLECHT JE, o. (-s).

2025-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vlecht

vlecht - zelfstandig naamwoord 1. streng gevlochten haar ♢ Maroussia droeg een vlecht in het haar Zelfstandig naamwoord: vlecht de vlecht de vlechten het vlechtje

2025-04-26
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Vlecht

Wie in een droom een vlecht maakt, is gehecht aan achterhaalde zaken; verzet zich tegen de vooruitgang, maar kan deze natuurlijk niet tegenhouden. (Zie ook ‘Haren’).

2025-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vlecht

s., frissel (de & it), frussel (de & it), flecht.

2025-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vlecht

v. vlechten (gevlochten haar, tres, haarvlecht): wat mooie vlechten, haartressen; de vlechten losmaken.

2025-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vlecht

v. (-en) I. Eig. 1. Algm. wat gevlochten is: een breien, opsteken, losmaken. 2. Inz. a. gevlochten haarlok, b. gevlochten mat. II. Metf. vlechtvormig bloedvat.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vlecht

v./m. (-en), streng gevlochten hoofdhaar: een vlecht breien; (anatomie) plexus, kluwen van zenuwen, aderen of lymfvaten.