vlammen
...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1991) (jeugd) flink tekeer gaan: 'de band gaat vanavond vlammen.' • (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991) 2) (1963) (wielr.) keihard fietsen; het tempo* opvoeren; er snel vandoor gaan. Syn.: kachelen*. Frans: tricoter; piler. • Firmin vlamde met de Westvlaming mee en onderweg vert...
Wiktionary (2019)
vlammen - Werkwoord 1. met heldere vlammen branden vlammen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vlam
Muiswerk Educatief (2017)
vlammen - regelmatig werkwoord uitspraak: vlam-men 1. verwoest of vernietigd worden door vuur ♢ dat droge hout vlamt geweldig 1. met vlammende ogen [die fonkelen van woede] ...
Marc De Coster (2017)
Vlammen - Vlaams voor keihard fietsen, het tempo opvoeren. Als het aan die bierkruiken ligt, wordt er elke dag en in elke wedstrijd even hard gevlamd. - Wieler Revue 27.5.1988
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
rennen, racen (informeel) Hij vlamde toen op een paar uur tijd door het land om als eerste weer in België te zijn, maar hij had toen meteen al door dat Albanië meer te bieden heeft dan maffia en foute portiers. (De Zondag) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Marc de Coster (2009)
Keihard fietsen; het tempo opvoeren; er snel vandoor gaan. Vooral gebruikt door Vlaamse renners. Nederlanders prefereren de term kachelen. Frans: avoiner; tricoter; piler; faire la moto. Firmin vlamde met de Westvlaming mee en onderweg vertelde Firmin zijn avontuur. (Jan Cornand: Gouden Lucien Buysse. 1976) Na tien kilometer wippen we met vijftien...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: