Wat is de betekenis van vitaal?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vitaal

vitaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. vol levenskracht Hij is een vitale ouwe baas. 2. van levensbelang Het behoud van dat steunpunt was van vitaal belang voor de oorlogsvoering. Woordherkomst hier komt de etymologie van het woord--> ...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vitaal

vitaal - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vi-taal 1. vol leven en energie ♢ mijn oude buurman Abbink is nog erg vitaal Bijvoeglijk naamwoord: vi-taal ... is vitaler dan ... het vitaalst...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Vitaal

[Lat. vitalis = tot het leven (vita) behorend; vgl. vivere = leven] bn 1 behorend tot het leven, levensbevorderend, levens-; 2 onmisbaar voor het leven, voor het voortbestaan en de werking van het organisme; 3 v. leven getuigend, getuigend van levenskracht, met sterke levenskracht, vol lev...

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Vitaal

levenskrachtig; met betrekking tot levensfuncties

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vitaal

levenslustig: een vitale grijsaard; ook voor het leven onmisbaar: van vitaal belang; vitaliteit, levenskracht.

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vitaal

lewens-.

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Vitaal

wat het leven betreft; wat voor het leven nodig is; levenskrachtig.

2024-03-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Vitaal

1. tot het leven (Lat. vita) behorende, daar een (duidelijk) teken van zijnde; 2. animaal, een benaming voor het niet-gnostische deel van de sensibiliteit (pijn- en temperatuur-zin).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)