Wat is de betekenis van Visscherij?

2024-04-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Visscherij

A) Techniek. De v. is een bedrijf, dat zich toelegt op het bemachtigen van zich in het water bevindende organismen en voorwerpen; een van de oudste middelen tot voedselvoorziening. Ze wordt ingedeeld in: 1° Zeevisscherij; v. op zee buiten de territoriale wateren. 2° Kustvisscherij: v. in de territoriale wateren, in de zeegaten en op de...

2024-04-18
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Visscherij

Visscherij - de opzettelijke vangst van in het water levende organismen, in de eerste plaats van visschen, maar vervolgens ook van schaal- en schelpdieren, koralen, sponsen, zeegras en wier, met de jacht een der oudste middelen der menschen om zich voedsel te verschaffen, gelijk uit talrijke praehistorische vondsten blijkt, nog heden ten dage het v...

2024-04-18
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Visscherij

SURINAME. Bij den grooten vischrijkdom van rivieren en zwampen en vooral van de zee langs de kust, zou men een zeer ontwikkeld visscherijbedrijf mogen verwachten. Dit is er evenwel niet. De bevolking is meer gesteld op de van buiten ingevoerde gezouten visch (zie VOEDINGSMIDDELEN) en daarvan worden voortdurend groote hoeveelheden ingevoerd, zoo b.v...

2024-04-18
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Visscherij

Visscherij - Redeke, H. C., Mededeelingen over visscherij, per jg. f 3.60. Helder, C. de Boer Jr.

2024-04-18
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Visscherij

zie de Bijlage tegenover blz. 7688.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VISSCHERIJ

VISSCHERIJ - v. (-en), het visschen, de vischvangst; de groote visscherij, de haringvangst; kleine visscherij, de walvischvangst.

2024-04-18
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Visscherij

Visscherij (De) of het vangen van visch vormt een afzonderlijken tak van nijverheid, gekweekt door de visschers, die zich op vele plaatsen tot eene bepaalde klasse of tot een afzonderlijk gild vereenigen en als zoodanig aan den oever van rivieren en meren of aan zee eigenaardige voorregten genieten. De gewone visscherij strekt zich uit over alle do...