Wat is de betekenis van viola da gamba?

strijkinstrument. historisch, vooral in de barokmuziek gebruikelijk strijkinstrument met meestal zes snaren, dat bij bespeling tussen de knieën wordt gehouden, ongeveer zoals bij de moderne cello en dat onderhands wordt gestreken. Voorbeelden: Een boek met liederen voor zang, luit en een of twee viola da gamba's: A Pilgrime...

viola da gamba - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) knie- of beenviool, een voorloper van de cello ♢ De viola da gamba heeft net als bij de gitaar, fretten op de toets van de hals. Woordherkomst Afgeleid van het Italiaanse “viola” (altviool) en “gamba” (been) Verwante begrippen...

knieviool

(Ital., gamba = been), tenortype van de violafamilie, in de 17de-18de eeuw zeer geliefd. Bespannen met zes snaren, gestemd D-G-c-c-ad’. De vlakke kam maakte akkoordspel mogelijk. Steunde bij het bespelen verticaal op de grond en werd tussen de knieën gehouden. Werd in vele soorten gebouwd. De tenor-viola da gamba was het geliefkoosd inst...

zessnarige knieviool.

(It.), v.. knieviool, ouderwetse soort van viool die bij het bespelen tussen de benen geplaatst werd, een quint lager gestemd dan de gewone viool.

(Ital., beenviool), strijkinstrument van variërende grootte, dat ter bespeling tussen de benen wordt gehouden; meest 6 snaren in luitstemming; de strijkstok wordt met de vlakke hand naar boven bewogen ; de klank is iets nasaal.

Groote, 6-snarige viool, rustend o/d knieën; kleine cello.

(‘ʞamba) v. (-’s -) [It.] knieviool.