Wat is de betekenis van vinden?

vinden - Werkwoord 1. (ov) iets aantreffen nadat ernaar gezocht is ♢ We hebben een nieuwe woning gevonden. 2. iets bedenken 3. iets op een bepaalde wijze beschouwen of ervaren 4. iets ondervinden, iets ten deel krijgen Woordherkomst <Middelnederlands: #Middelnederlands|vinden <...

vinden - onregelmatig werkwoord uitspraak: vin-den 1. een mening hebben ♢ ik vind dat een goed plan 1. daar kan ik me wel in vinden [daar ben ik het mee eens] 2. i...

1. Van een specifieke kaart bij de tegenpartij: zodanig afspelen dat deze kaart geen slag wordt. Bij het ‘vinden’ gaat het meestal om troefvrouw wanneer deze over twee kanten gesneden kan worden (two-way finesse). 2. Van een of meer kaarten bij de partner: aantreffen. Bijvoorbeeld: een driekaart troef en een aas in dummy vinden. 3. Van een kaart bi...

Volgens gelijksoortige bijgelovige denkbeelden blijken de gelukaanbrengers die toevallig gevonden worden, over de juiste werking te beschikken. Markante voorbeelden hiervan zijn het hoefijzer en het klavertjevier. Maar niet alle ontdekkingen waar men zonder ernaar te zoeken op stuit maken gelukkig, waarschuwt Johannes Adolf Heyl (Volkssagen,...

(vond, heeft gevonden), (ook:) verkrijgen, bemachtigen. Om zes uur ging de moeder de bus pakken. Pas om halfzeven vond ze er één (Dobru 1967: 33). Ik ben gaan jagen, maar ik heb niets gevonden (mond.). Ik heb de dief ingehaald en mijn fiets weer gevonden.

v., fine, f o u n, f o u n; het goed met elkaar kunnen —, it bêst meiinoar roaije, skoaije, skoeije kinne, goed meiinoar kinne; het goed met iem. kunnen —, it mei immen birinne kinne; zij kunnen het slecht met elkaar —, it sit derop mei dy twa; niet kunnen — wat men wenst, jins...

...

(vond, heeft gevonden), 1. al gaande aantreffen, hetzij bij toeval, hetzij nadat men er opzettelijk moeite voor gedaan heeft of voor uitgegaan is : ik heb een dubbeltje gevonden ; na lang zoeken heb ik het boek gevonden ; zoekt en gij zult vinden (Matth. 7:7); het, hij is niet te vinden ; zich ergens laten vinden, zorgen dat m...

vond, h. gevonden (1 door zoeken of toevallig iets gewaarworden en daarvan bezit nemen; 2 aantreffen; 3 bespeuren, bemerken; 4 van mening zijn; 5 uitdenken; bedenken; 6 hebben; 7 ten deel vallen; krijgen): 1. zijn sleutel, een boek, een brief vinden, terugvinden na zoeken; niet te vinden! 2. iem. thuis aantreffen; 3. in een brief veel fouten vinden...