Wat is de betekenis van vilt?

Gemakkelijk aan te brengen op slagstokken. Een hamertje van hardhout, voorzien van een beschermviltje, waarborgt toonzuiverheid. Een zelfklevend viltje (merk: Tesa) is geluiddempend en voorkomt krassen in de gladde mantel van metalen klankschalen of barsten in silica klankschalen.

vilt - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) door langdurig bewerken verdichte wol vilt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van villen ♢ Jij vilt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van villen ♢ Hij vilt 3. verouderde...

vilt - zelfstandig naamwoord 1. stof gemaakt van samengeperste wol ♢ de koningin droeg een hoed van vilt Zelfstandig naamwoord: vilt het vilt

(de; -en) - grondverdichting, met allerlei gewas of onkruid bezette en doorgroeide bovenkorst van een stuk land, bv. de green van een golfbaan. Viif op golfbanen ontstaat door ophoping van organisch afval in de vorm van dode graswortels en maalsel. De viltvorming kan zodanige vormen aannemen dat het zelfs een waterdicht pakket wordt waar het regenw...

Vilt is textiel dat ontstaat door wol bij grote hitte samen te persen waardoor een zeer dichte structuur ontstaat.

vilt - Stof die meestal wordt vervaardigd uit wol of andere dierenharen, vaak vermengd met natuurlijke of synthetische vezels; de losse vezels worden met elkaar verbonden door de inwerking van warmte, vocht, chemicaliën en druk, zonder te spinnen, weven of breien.

stof die niet geweven, maar geperst is, onder inwerking van vocht, hitte en druk. Voor verschillende doeleinden gebruikt, o.a. voor hoeden, inlegzolen, pantoffels, en in strippen voor het tochtvrij maken van deuren en ramen.

(de, -en), vilten mannen hoed. Argwanend tastte hij de nabije omgeving af en liet uit een katoenen zak bankbiljetten en andere geldstukken in zijn vilt glijden (Roemer 1976:16). -Etym.: In AN veroud. - Zie ook: banalew( ).

deurmekaar gewerkte wolvesels of -hare.