Vierendeel (geslachtskunde)
Eén der vier kwartieren (der overgrootvaders en overgrootmoeders) van een geslacht. Vier vierendeelen: de nakomelingen van de vier paren overgrootvaders en overgrootmoeders van een persoon; dus de maagschap.
Dr. L.M. Metz (1937)
Eén der vier kwartieren (der overgrootvaders en overgrootmoeders) van een geslacht. Vier vierendeelen: de nakomelingen van de vier paren overgrootvaders en overgrootmoeders van een persoon; dus de maagschap.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: