vierde macht
(cliché) 1) (Vlaanderen) (naast de geestelijkheid, de adel en de gewone mensen) de pers; de media. Deze betekenis werd ontleend aan het Engels (fourth estate) en wordt vaak toegeschreven aan Edmund Burke, die de uitdrukking gebruikte in een parlementair debat in 1787 over de openstelling van persrapportages van het Lagerhuis van Groot-Britt...