Wat is de betekenis van Vid?

2024-04-19
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

vid

f. wijnstok, wingerd.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vid

Lat. vide of videatur, zie v. 2.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vid

afkorting van : 1. → vide. 2. → videatur.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vid

verkorting van [Lat.] vide, videatur, men zie.

2024-04-19
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Vid

= vide videatur Lat., men zie.