vicaris
(1818) (Gent, sch.) borrel; glas jenever. Mogelijk een zinspeling op de drankzucht van geestelijken (een vicaris is een hulppredikant). • Voor een borrel bevat onze lijst 80 benamingen tegen 21 bij De Vriese (oude en nieuwe te zamen): Akwaviva, afzetterke, artevelde, actie; bak, baviaan, bijterke, billenbijter, bobijntje; chasse-calé, c...