vezels
vezels - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vezel
Veerman (1954)
zijn langgerekte elementen van zeer verschillende oorsprong, die hun grote waarde voor de mensheid ontlenen aan diverse zeer uiteenlopende eigenschappen, waarvan de vervlechtbaarheid of verspinbaarheid wel tot de belangrijkste behoren. Alle bezitten een zekere treksterkte, elasticiteit, weerstand tegen buigen en knikken of wringen en tegen splijten...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Vezels - heeten plantencellen, die een langgerekte spoelvormige gedaante bezitten en die in volwassen toestand geen levenden inhoud hebben. Haar wanden zijn dan gewoonlijk verhout. Men onderscheidt de vezels naar hun ligging in houtv., bastv., schorsv., mergv. en pericykelv. Technisch zijn voor den mensch de bastv. het belangrijkst, daar zij het la...
J. Kramer (1908)
noemt men in de plantkunde de spoelvormige cellen, n.l. cellen van eene langgerekte gedaante en aan beide uiteinden min of meer scherp toegespitst, zie Prosenchym. Van verschillende planten worden de vezels in de nijverheid gebruikt: o. a. van Cannabis sativa L., hennep, om touw te vervaardigen; van Grossypium herbaceum, katoenboom; van Corchorus c...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: