Wat is de betekenis van vestiging?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vestiging

vestiging - Zelfstandignaamwoord 1. het zich vestigen. 2. een locatie waar een organisatie vanuit werkt. Woordherkomst Naamwoord van handeling van vestigen met het achtervoegsel -ing

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vestiging

vestiging - zelfstandig naamwoord uitspraak: ves-ti-ging 1. gebouw waarin een winkel of bedrijf is ondergebracht ♢ onze zaak heeft vestigingen in Haarlem en Amsterdam Zelfstandig naamwoord: ves-ti-ging de vestiging...

2024-04-26
Logistieke begrippenlijst

ir. M.E.A. Striekwold (1990)

Vestiging

vestiging is de plaats waar een bepaalde onderneming een produktie- op-, of overslagpunt heeft.

2024-04-26
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

vestiging

stadium in successie van vegetaties waarbij een soort zich, na kieming, ter plaatse kan handhaven en eventueel uitbreiden.

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Vestiging

(de), (gebr. vooral door bewoners van het district( ) Nickerie die niet in Nieuw-Nickerie wonen) Nieuw-Nickerie, Ik ga naar de markt in de Vestiging, daar kan ik wel een goede nieuwe hoed vinden. - Etym.: Nieuw-Nickerie is ontstaan als een vestigingsplaats( ).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vestiging

s., fêstiging.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vestiging

v. (-en), 1. het vestigen: de vestiging van een bedrijf; — het zich-vestigen ; het gaan wonen in een liep. gemeente; 2. nederzetting, stichting.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vestiging

v. vestigingen (1 het vestigen: 2 nederzetting, kolonie): 1. vestiging als arts; 2. de vestigingen der Europeanen in Afrika.