Wat is de betekenis van verzwaren?

2023-12-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verzwaren

verzwaren - Werkwoord 1. (ov) figuurlijk erger maken Dat verzwaart zijn schuld. 2. (ov) opzettelijk beladen met extra gewicht De ballast van het schip werd verzwaard. Woordherkomst Afgeleid van zwaar met het voorvoegsel ver-.

2023-12-10
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verzwaren

verzwaren - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-zwa-ren 1. het zwaarder of degelijker maken van iets ♢ de dijk werd verzwaard met klei 2. het inspannender en moeilijker maken van iets ♢ de eisen...


Direct alle 8 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-10
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verzwaren

v., forswierje.

2023-12-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verzwaren

(verzwaarde, heeft en is verzwaard), zwaarder maken of worden : papier, zijde verzwaren; een dijk verzwaren; het onweer verzwaart; iemands taak verzwaren, moeilijker maken; — groter, erger maken: mijn smart werd verzwaard (Ps. 39: 3); dat verzwaart zijn schuld, zijn straf.

2023-12-10
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verzwaren

verzwaarde, h. verzwaard (zwaarder maken): een dijk hoger en breder maken; fig. uw schuld verzwaren, erger maken.

2023-12-10
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verzwaren

(vər'zwa:rən) (verzwaarde, verzwaard) I. (heeft) 1. zwaar(der) maken : een dijk -. 2. erger maken : dat zal uw schuld -. II. (is) zwaar(der) worden.

2023-12-10
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verzwaren

(verzwaarde, heeft en is verzwaard), (overg. en onoverg.) zwaarder maken of worden in eig. of oneig. opvatting: een dijk verzwaren, die hoger en breder maken, zijde verzwaren, door toevoeging van tinof bismutzouten het door afkoken ontstane gewichtsverlies opheffen; iemands taak verzwaren, moeilijker maken; groter, erger maken: smart, straf verzwar...

2023-12-10
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERZWAREN

VERZWAREN - (verzwaarde, heeft en is verzwaard), zwaar, zwaarder maken of worden : een dijk verzwaren; het onweer verzwaart; — bezwaren : dat verzwaart zijne schuld, zijne straf. VERZWARING, v.