Wat is de betekenis van verzoek?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verzoek

verzoek - Zelfstandignaamwoord 1. vraag om iets te doen of te laten De shariageleerde zei zelfs veel verzoeken te krijgen van Westerse vrouwen die overspel hebben gepleegd om naar een islamitisch land te gaan en te worden gestenigd. 2. verzoekschrift verzoek - Werkwoord 1....

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verzoek

verzoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-zoek 1. vraag of iemand iets voor je wil doen ♢ zijn verzoek om een gesprek werd geweigerd 1. een verzoek doen [iets vragen] ...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verzoek

s.n., forsyk (it), forsiik (it); iem. een dringenddoen, immen nei de lever tingje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verzoek

o. (-en), daad van verzoeken, keer of gelegenheid dat men iets verzoekt, bede, aanzoek : ik heb een verzoek aan u; op verzoek van mijn broeder; een verzoek afslaan, inwilligen ; — verzoekschrift: een verzoek indienen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verzoek

o. verzoeken (aanzoek, vraag, bede): een verzoek doen; een verzoek toestaan; a. e. verzoek voldoen; op verzoek (van); ten verzoeke van.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verzoek

(vər'zoek) o. (-en) het verzoeken : een afslaan, inwilligen; op van N.; de tram stopt hier op -; ik heb een aan u. Syn. → aanzoek.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verzoek

o. (-en), daad van verzoeken; vraag, bede: een verzoek afslaan; op -, na ontvangen aanvraag.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERZOEK

VERZOEK - o. (-en), het verzoeken; vraag, bede, aanzoek : ik heb een verzoek aan u; op verzoek van mijn broeder; een verzoek afslaan, inwilligen.