Wat is de betekenis van verzekeraar?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

verzekeraar

onderneming die verzekeringen aanbiedt. onderneming die, tegen genot van een premie, een verzekerde aan zich verbindt om hem schadeloos te stellen in geval van schade aan goederen, ongeval, verlies, e.d.; onderneming die verzekeringen aanbiedt; onderneming die verzekert; verzekeringsmaatschappij. Voorbeelden: Een particuliere verzeke...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verzekeraar

verzekeraar - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) een bedrijf dat tegen betaling van een premie een bepaald risico voor een klant dekt Deze maatschappij is al vele jaren een bekende verzekeraar. Woordherkomst Afleiding van verzekeren met het achtervoegsel -aar. Verwante begrippe...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verzekeraar

verzekeraar - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-ze-ke-raar 1. persoon of onderneming die verzekert ♢ de verzekeraar heeft ons de polis toegestuurd Zelfstandig naamwoord: ver-ze-ke-raar de verzekeraar ...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verzekeraar

m., VERZEKERAARSTER, v. (-s), die verzekert; assuradeur.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verzekeraar

m. verzekeraars; zie assuradeur.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verzekeraar

(var'ze:kəra:r) m. (-8) hij die verzekert. Ook : assuradeur.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verzekeraar

m. (-s), synoniem van assuradeur.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Verzekeraar

Verzekeraar - zie Assuradeur.