Wat is de betekenis van VERWEERD?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verweerd

verweerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verweren

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verweerd

verweerd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-weerd 1. afgesleten en aangetast door het weer ♢ de muur was helemaal verweerd 1. een verweerd gezicht [rimpelig en ruw] Bijvoeglijk n...

2024-03-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

verweerd

Als krachtterm gebruikt voltooid deelwoord, waarschijnlijk van verweren. Invloed van het Hoogduitse verwettern, waarvan de betekenis ‘uitschelden’ eveneens uit de 18de eeuw dateert, is niet uitgesloten. De betekenis van verweerd is ‘verdomd, verduiveld’.

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

verweerd

verweerd - Het beïnvloeden door weersomstandigheden van veranderingen in de kleur, de textuur, de samenstelling of de vorm van een voorwerp.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verweerd

I. bn., 1. door de invloed van het weer aangetast, niet gaaf meer, brokkelig: verweerde rotsen; een oude, verweerde muur ; verweerde vensterruiten, die groen zijn geworden : — een verweerd gezicht, door zon en weer gebruind : 2. (gew.) ontsteld ; II. tw., verduiveld.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verweerd

bn. (door de invloed van het weer veranderd: 1 half vergaan, 2 gebruind): 1. verweerde stenen; 2. door wind en zon verweerde gezichten.

2024-03-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Verweerd

van verweer en, verloederen = door het weer vergaan.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERWEERD

VERWEERD - bn. door den invloed van het weer veranderd : verweerde vensterruiten, die groen en geel zijn geworden ; een verweerd gezicht, door zon en weer gebruind; dat huis ziet er verweerd uit; — tw. verduiveld.