Wat is de betekenis van vervoegen?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vervoegen

vervoegen - Werkwoord 1. (ov), (taalkunde) omvormen van een werkwoord om wijze, tijd en persoon uit te drukken Nederlanders die Duits willen leren, vinden het vaak makkelijk om de Duitse werkwoorden te vervoegen. 2. zich ergens naar begeven 3. zich ergens bijvoegen, zich ergens bij aanslui...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vervoegen

vervoegen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-voe-gen 1. het veranderen van de vorm van het werkwoord zodat het past in de zin ♢ als je het werkwoord vervoegt, houd je rekening met de tijd en het onderwerp 2. je tot iemand ric...

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

vervoegen

Wij vervoegen onze vrienden in de bus (gaan bij hen zitten, gaan met hen mee).

2024-04-20
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

vervoegen

vervoegen: zich bij een groep aansluiten, weer aansluiting vinden bij het peloton. In het Vlaams spreekt men verkeerdelijk van 'een groep vervoegen' - alsof men een groep zou kunnen vervoegen zoals een werkwoord: in dit geval 'ik groep, jij groept', enzovoort.

2024-04-20
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

vervoegen

(ov ww; vervoegde; h. vervoegd) Belg.N. - zich voegen bij, aansluiten bij een of meer renners, inhalen • Eén of meerdere ontsnapte renners met een voorsprong van meer dan 30” zijn opgehouden voor een gesloten overweg en de achtervolgers vervoegen de ontsnapte renner(s) aan de gesloten overweg. In dit geval wordt de wedstrijd geneutraliseerd en word...

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vervoegen

- iemand vervoegen, zich aansluiten bij iemand, zich voegen bij iemand. Het is nu al heel duidelijk dat een groot aantal van de leden later het echte korps zal vervoegen als beroeps- of vrijwilliger brandweerman. - BvL, 26-11-2002.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vervoegen

Zich aansluiten bij, zich voegen bij (iem. of iets); zich melden bij (zijn legeronderdeel); zich wenden tot (iem.); (iem.) opzoeken enz. Op een wenk van haar vader vervoegde Agnes het groepje, VAN HEMELDONCK 1946, 156. De autocar vertrekt op het kerkplein en rijdt via je straat het dorp uit. Ga je de groep vervoegen op het kerkplein, of blijf je z...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vervoegen

v., forfoegje, forfoarmje.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)