Wat is de betekenis van VERVEN?

verven - Werkwoord 1. (ov) met verf bestrijken ♢ Pas op! Dat is net geverfd! verven - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verf Woordherkomst Afgeleid van verf met het achtervoegsel -en Uitdrukkingen en gezegden ...

Het bestrijken met verf, schilderen, het werk van de huis- of kladschilder.

verven - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-ven 1. met verf een kleur geven ♢ we hebben de deuren groen geverfd Regelmatig werkwoord: ver-ven ik verf jij/u verft ...

Verven is: 1) het met verschillende kleuren, in vloeibare vorm (= de verf), bewerken van materiaal (1); bij hout (1) bijv. d.m.v. lakken, bij metaal (1) bijv. d.m.v. spuiten, bij textiel bijv. d.m.v. afbinden en m.b.v. een sjabloon; 2) meervoud van verf.

Dikwijls wil men iets wat lelijk is overschilderen, dus verdoezelen. Hier is de kleur waarmee we verven of laten verven heel belangrijk. (Zie ook ‘Kleuren’ en in deel 3 van dit boek: ‘Dromen in kleur’).

zie griet.

v., fèrvje, oerstrike.

...

(verfde, heeft geverfd), 1. met verf bestrijken, schilderen : een huis verven ; (abs.) zij zijn nog aan het verven ; — kleuren : zijn haar verven; geverfde lippen ; 2.met een kleurstof doortrekken : goederen verven ; 3. (fig.) hij is door de wol geverfd, een doortrapte deugniet, (in ’t alg.) doorknee...