Wat is de betekenis van VERTROOSTEND?

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vertroostend

adj., treast(e)lik.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vertroostend

bn. (troostvol): een vertroostend woord, stillend, opbeurend.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERTROOSTEND

VERTROOSTEND - bn. bw. (-er, -st), troostrijk, troostvol: iem. vertroostende woorden toevoegen; vertroostend toespreken.