Vert
I. groen; vers; nieuw; onrijp; jeugdig; kras; levendig; geducht, vinnig, scherp; nog zurig, wrang; ongelooid [v. leder]; ongebrand [v. koffie]; vert comme pré, grasgroen; II. het groen; wrangheid; gras [voeder], weide; vert bouteille, flesgroen; vert clair (gai), lichtgroen; vert de mer, zeegroen; employer le vert et le sec, geen middel onbe...