Wat is de betekenis van verstrooien?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verstrooien

verstrooien - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-strooi-en 1. ervoor zorgen dat het overal gebracht wordt ♢ de confetti werd door de wind verstrooid 2. afleiding bezorgen ♢ we zullen ervoor zor...

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

verstrooien

Iemands aandacht afleiden; - (iem.) storen, hinderen bij zijn werk. Juffrouw Valkeniers bemerkte reeds vlug mijn verlegenheid. Deze mooie vrouw verstrooide me gedurig met haar danseressenogen, VAN HECKE 1966, 6. In sommige openbare vervoermiddelen van het Vlaamse land (schijnt) nog de volgende tekst voor te komen: ‘Gelieve de geleider (=b...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verstrooien

v., forstruije, fors(j)ilje; verstrooid worden, fors(j)ilje, fortoarkje; losgerukt en verstrooid worden, streauwe; zich —, jin fordivendearje, de sinnen forsette.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verstrooien

(verstrooide, heeft verstrooid), 1. her en der uiteendrijven, verspreiden : de wind heeft de wolken verstrooid; alzo verstrooide hen de Here van daar over de ganse aarde (Gen. 11: 8); het vijayulelijke leger werd verstrooid ; — 2. (de gedachten) afleiden : een flinke leerling laat zich door niets verstrooien ; &mda...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verstrooien

verstrooide, h. verstrooid (1 verspreiden, uiteendrijven, verjagen; 2 de aandacht afleiden; ook: iem. door afleiding ontspannen): 1. de wind verstrooit de zaden; een vijandelijke bende verstrooien; 2. dat verstrooit me; zich (1 uiteengaan; 2 zich door afleiding ontspannen): 1. de menigte verstrooide zich door de aangrenzende straten; 2. ik doe het...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verstrooien

(vər'stro:iən) (verstrooide, heeft verstrooid) I. 1. strooiend verbruiken : stro -. 2. her- en derwaarts verspreiden : de wind verstrooit de wolken. Syn. verbreiden. 3. verjagen, uiteendrijven : het leger werd verstrooid. 4. iemands gedachten afleiden. II. z i c h - 1. uiteengaan. 2. zich ontspannen,

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verstrooien

(verstrooide, heeft verstrooid), 1. uiteendrijven, verspreiden: de wind heeft de wolken verstrooid; 2. (de gedachten) afleiden: wij moeten trachten hem wat te verstrooien; 3. zich verstrooien, uiteengaan, zich verspreiden; (ook) ontspanning zoeken.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERSTROOIEN

VERSTROOIEN - (verstrooide, heeft verstrooid), strooiende verbruiken: veel stroo verstrooien; — verspreiden : de wind heeft de wolken verstrooid; (fig.) verjagen, uiteendrijven : het vijandelijke leger werd verstrooid; — afleiden (de gedachten): een flink leerling laat zich door niets verstrooien; wij zullen trachten hem een weinig te...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Verstrooien

zie Verbreiden.