Wat is de betekenis van verstandig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verstandig

verstandig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met verstand Woordherkomst Afgeleid van verstand met het achtervoegsel -ig Synoniemen intelligent, bedachtzaam, schrander, wijs

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verstandig

verstandig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-stan-dig 1. wie zijn verstand gebruikt ♢ als je verstandig bent, blijf je vandaag in bed 2. goed doordacht ♢ hij gaf een verstandig antwoord...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

verstandig

met verstand begaaf; van insig getuigend.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verstandig

adj. & adv., forstannich, froed wiis, elf, kras; ietsaanpakken, eat mei de sêfte team dwaen; het is het -st it is de wiiste, wiste wei, it is de baes.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

verständig

verstandig; met verstand.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verstandig

bn. bw. (-er, -st), 1. verstand, bep. een goed verstand hebbende of zijn verstand goed gebruikende, met overleg te werk gaande: kom, wees nu verstandig; zij is een verstandig meisje, zij zal zulke dwaasheden niet doen ; — bw. : als je het verstandig aanpakt, zul je zeker slagen; — met verstand : katten kunnen je som...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verstandig

bn., bw. (met verstand begaafd; van verstand, inzicht, nadenken getuigende): een verstandig man; een verstandige raad, een verstandig antwoord, goed bedacht, doordacht; dat was verstandig van hem; het verstandigste zal zijn....; het is verstandig om te....; iets verstandig aanleggen; hij zal verstandig doen met.....

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verstandig

(vər'standəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. met verstand begaafd : de mens is -. 2. van verstand, van inzicht: een man. Syn. vroed. wijs. Tgst. → dom. 3. van verstand, inzicht getuigend : een woord. 4. goed bedacht, doordacht : een antwoord; handelen.