Wat is de betekenis van verspillen?

2024-09-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-09-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verspillen

verspillen - Werkwoord 1. (ov) door nalatigheid verloren laten gaan Er is in dit decennium heel veel verspild. Woordherkomst afgeleid van spillen met het voorvoegsel ver-

2024-09-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verspillen

verspillen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-spil-len 1. in grote hoeveelheden gebruiken, zonder dat dat nodig is ♢ zij verspilt veel water door die kraan zo lang te laten lopen Regelmatig werkwoord: ver-spil-len ...

2024-09-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verspillen

v., fordwaen, forgrieme, for- weiskite, weismite, forpankoekje, -pankoekbakke, to siik bringe; er wordt te veel aan kleinigheden verspild, der giet tofolle oan folsel en tuskenlinnen wei.

2024-09-21
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-09-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verspillen

(verspilde, heeft verspild), vermorsen, verkwisten, roekeloos of nutteloos verteren (geld), doorbrengen (tijd); — ik zal er geen woorden meer aan verspillen, er niet meer over spreken, daar het toch vruchteloos is.

2024-09-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verspillen

verspilde, h. verspild (verkwisten; nutteloos verteren; doorbrengen): zijn geld, zijn goed, zijn erfdeel, zijn tijd verspillen, verkwisten; er geen woord meer over verspillen; zijn krachten verspillen.

2024-09-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verspillen

(vər'spillən) (verspilde, heeft verspild) 1. roekeloos, lichtzinnig opmaken : zijn geld -. Syn. → doorbrengen. 2. nutteloos doorbrengen : zijn tijd -. 3. nutteloos verbruiken : zijn krachten -.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-09-21
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verspillen

(verspilde, heeft verspild), vermorsen, verkwisten, roekeloos of nutteloos verteren (geld), doorbrengen (tijd) of aanwenden.