Wat is de betekenis van VERSIERSEL?

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

versiersel

tooisel, ornament.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Versiersel

s.n., forsiersel (it), pronksel (it); neerhangend —, belderke (it).

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Versiersel

o. (-s, -en), voorwerp dat of figuur die tot versiering dient: niemand van hen deed zijne versierselen aan (Exod. 33:4): de versierselen van een ridderorde, de tekens die de ridders dier orde als zodanig dragen; ook meton. voor de waardigheid van ridder in die orde.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

versiersel

o. versiersels, versierselen (al wat dient om te versieren).

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

versiersel

o. (-en, -s; -tje) 1. Algm. wat tot versiering dient. Syn. ➝ opschik. 2. Muz. bij de hoofdtoon gevoegde toon, in het notenschrift door kleinere noten aangeduid.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Versiersel

o. (-s, -en), voorwerp of figuur als versiering; m.n. ordeteken.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERSIERSEL

VERSIERSEL - o. (-s, -en), alles wat tot versiering dient; (muz.) versierselen, een of meer tonen bij den hoofdtoon gevoegd, die in het notenschrift door kleinere, fijnere noten en door teekens aangeduid worden.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)