Wat is de betekenis van verschiet?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verschiet

verschiet - Zelfstandignaamwoord 1. verte verschiet - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verschieten 2. gebiedenwijs van verschieten Verwante begrippen doorkijk, perspectief, prospect, toekomende tijd, toekomst, vooruitzicht

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verschiet

verschiet - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-schiet 1. tijd die nog komt ♢ dat feestje ligt nog in het verschiet Zelfstandig naamwoord: ver-schiet het verschiet Synoniemen toekomst Tegenstellin...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verschiet

o. (-en), 1. verste deel van het gezichtsveld waar de lijnen in elkaar vloeien, horizon : ik zag hem in het verschiet; het verschiet der onafzienbaar lange straat; een heuvel, met daarachter even aangeduid een van zijn verre verschieten; 2. perspectief: in het verschiet tekenen; 3. (fig.) toekomst zoals zij zich van het heden uit gezien ver...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verschiet

o. verschieten (verte, horizon): een ruim verschiet, vergezicht; wij zagen een toren in 't verschiet; fig. een somber verschiet, droevige toekomst.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verschiet

o. (-en; -je) I. Eig. verre afstand, verte: wij zagen de vuurtoren in ’t -. II. Metn. 1. vergezicht: een ruim -. 2. perspektief: in tekenen. III. Metf. [van I] toekomst: een somber -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verschiet

o. (-en), 1. verste deel van het gezichtsveld, horizon; 2. perspectief: in het tekenen; 3. (fig.) toekomst: een blij verschiet.

2024-04-25
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Verschiet

van verschieten = wegschieten, verdwijnen: een ster verschiet; vandaar: de plaats of de afstand, waar iets uit het oog verdwijnt. ,,In het verschiet zag men het stadje”. Op tijdsbegrip toegepast: toekomst: ,,dat ligt nog in het verschiet.'''

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERSCHIET

VERSCHIET - o. (-en), verre afstand : ik zag hem in het verschiet; (schild.) vergezicht: men heeft hier een ruim verschiet; in het verschiet teekenen, in perspectief; (fig.) toekomst: een donker, een blij verschiet. VERSCHIET JE, o. (-s).