Wat is de betekenis van verontschuldigen?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verontschuldigen

(verontschuldigde, heeft verontschuldigd), van schuld vrijspreken, rechtvaardigen, verschonen : zijn gedrag, die daad is niet te verontschuldigen; daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens! wie gij zijt, die anderen oordeelt (Rom. 2:1); — zich verontschuldigen, rechtvaardiging zoeken; verschoning vragen.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verontschuldigen

verontschuldigen - Werkwoord 1. (refl) spijt betuigen en excuus vragen Hij verontschuldigde zich voor de gedane uitlatingen. 2. (refl) spijt betuigend meedelen dat men niet kan komen of juist weg moet gaan Wegens drukke werkzaamheden moest hij zich helaas...

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verontschuldigen

verontschuldigen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-ont-schul-di-gen 1. zeggen dat het je spijt ♢ hij verontschuldigde zich voor de slechte service 1. je laten verontschuldigen [zeggen dat je to...

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verontschuldigen

v., (for)ûntskuldigje, skjinprate; iets —, eat for-, bi-, goedprate.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verontschuldigen

verontschuldigde, h. verontschuldigd (van schuld vrijspreken, verschonen): iem. verontschuldigen; dat is niet te verontschuldigen; zich (z. rechtvaardigen, verschoning vragen): zijn houding laat z. niet verontschuldigen; ik hoop mij bij haar te verontschuldigen.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verontschuldigen

(verontschuldigde, heeft verontschuldigd) 1. vrijpleiten, verschonen: zijn gedrag laat zich -. Tgst. ➝ aandichten. 2. zich -, zich rechtvaardigen, verschoning vragen.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verontschuldigen

(verontschuldigde, heeft verontschuldigd), van schuld vrijspreken, rechtvaardigen, verschonen: die daad is niet te verontschuldigen ; zich verontschuldigen, rechtvaardiging zoeken; zich laten -, bericht zenden dat men niet kan komen.

2025-07-16
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

verontschuldigen

verontschuldigen ww. 'rechtvaardigen' Mnl. verontschuldigen 'van schuld vrijpleiten' in onse officieren, die hun oock verontschuldigt hebben 'onze ambtenaren, die zich ook hebben geëxcuseerd' [1459; MNW]; vnnl. verontschuldigen in Ick bidde v verontsculdicht mi 'ik verzoek u mij te verontschuldigen' [1548; WNT],...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERONTSCHULDIGEN

VERONTSCHULDIGEN - (verontschuldigde, heeft verontschuldigd), van schuld vrijspreken, rechtvaardigen, verschoonen: zijn gedrag, die daad is niet te verontschuldigen ; — zich verontschuldigen, zich rechtvaardigen, verschooning vragen. VERONTSCHULDIGING, v. (-en), reden van verschooning : verontschuldigingen maken, aanbieden; verontschuldiging...