vermorzelen
vermorzelen - Werkwoord 1. (ov) in kleine stukken slaan, pletten ♢ Hij vermorzelde het kostbare porselein toen hij er onverhoeds op viel. Woordherkomst Nederlands werkwoord met het voorvoegsel ver- Verwante begrippen vergruizen
Wiktionary (2019)
vermorzelen - Werkwoord 1. (ov) in kleine stukken slaan, pletten ♢ Hij vermorzelde het kostbare porselein toen hij er onverhoeds op viel. Woordherkomst Nederlands werkwoord met het voorvoegsel ver- Verwante begrippen vergruizen
Muiswerk Educatief (2017)
vermorzelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-mor-ze-len 1. helemaal in kleine stukken slaan ♢ hij vermorzelde de vlieg met de vliegenmepper Regelmatig werkwoord: ver-mor-ze-len ik vermorzel ...
Van Dale Uitgevers (1950)
(vermorzelde, heeft vermorzeld), tot morzels maken, platdrukken, verbrijzelen: een beeld met een kanonskogel vermorzelen ; tussen de twee wagens werd hij vermorzeld; — ik zal hem vermorzelen , dreigende uitroep bij heftige toorn.
M. J. Koenen's (1937)
vermorzelde, h. vermorzeld (tot morzels maken, vergruizen): de wagon werd vermorzeld; fig. een vermorzeld hart, rouwmoedig.
Jozef Verschueren (1930)
(vermorzelde, heeft vermorzeld) door in elkaar te pletten tot morzels maken, verbrokkelen. Syn. ➝ breken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: