vermogend
vermogend - Deelwoord 1. onvoltooid deelwoord van vermogen 1. rijk, veel geld hebbend ♢ Hij is een vermogend man. Synoniemen gegoed, welgesteld, opulent, in bonis
Wiktionary (2019)
vermogend - Deelwoord 1. onvoltooid deelwoord van vermogen 1. rijk, veel geld hebbend ♢ Hij is een vermogend man. Synoniemen gegoed, welgesteld, opulent, in bonis
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. rijk, bemiddeld : een vermogend heer; hij is zeer vermogend: — (ook) invloedrijk, machtig: 2. (Zuidn.) solvabel.
M. J. Koenen's (1937)
bn.: een vermogend heer, bemiddeld, machtig, rijk, invloedrijk; (België: rechtst. solvabel).
Jozef Verschueren (1930)
bn. (-er, -st) 1. vermogen hebbend: een heer. Syn. ➝ bemiddeld. 2. machtig, invloedrijk: veel -e hulp. Syn. ➝ krachtig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: