Wat is de betekenis van vermoeid?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vermoeid

vermoeid - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van vermoeien vermoeid - Bijvoeglijk naamwoord 1. behoefte hebbend om uit te rusten Woordherkomst voltooid deelwoord van vermoeien

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vermoeid

vermoeid - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-moeid 1. zonder glans ♢ met vermoeide stem vroeg moeder ons op te houden 2. wie zich moe voelt ♢ vermoeid ging de jogger op het bankje zitten...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vermoeid

moeg, afgemat.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vermoeid

adj. & adv., wurch, warch, ta’n ein, to'n ein, oan (’e) ein, yn (’e) ein út ’e liken, út ’e heakken, út ’e hingen, út 'e rifels; (van de reis), forreizge; (van het lopen), forsjoud.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vermoeid

bn. (-er, -st), moe zijnde, zich moe gevoelende : vermoeid zijn door het vele werken, drukke studeren, het lange staan ; de vermoeide ogen sluiten ; — als van iem. die moe is: met vermoeide stem iets voorlezen.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vermoeid

bn. (moede door inspanning, afgemat): vermoeid van de arbeid.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vermoeid

bn. en bw. (-er, -st) moede door inspanning: van de arbeid. Syn. ➝ afgemat.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vermoeid

bn. (-er, -st), moe zijnde.