Wat is de betekenis van VERMETEL?

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Vermetel

Het Nederlandse voorvoegsel veris ontstaan door het samenvallen van verschillende voorvoegsels, die in het Gotisch nog gescheiden waren. Het gevolg daarvan is dat verallerlei verschillende betekenissen heeft. Zo is verhuizen: naar een ander huis gaan, vernietigen: tot niets maken. Soms betekent dit ver-: onjuist, verkeerd. Zo is zich vergissen: ver...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vermetel

oormoedig; roekeloos.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vermetel

adj. & adv., (dom)dryst, oerdwealsk.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vermetel

bn. bw. (-er, -st), zich veel vermetende, in hoge mate stout, stoutmoedig, onberaden koen : een vermetel krijgsman ; een vermetel jongmens ; vermetel te werk gaan.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vermetel

bn., bw. (al te stoutmoedig, ongunstig): een vermetele aanval; vermetel te werk gaan.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vermetel

bn. en bw. (-er, -st) [zich vermeten] zeer onberaden, overdreven stout: een -e aanval; te werk gaan.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vermetel

bn. en bw. (-er, -st), zeer stoutmoedig, onberaden koen: vermetel te werk gaan.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Vermetel

van vermeten = te ver meten, n.l. zijn kracht. Zie Vergetel.